Betekenis van:
functionaris
functionaris (de ~ | meervoud functionarissen)
Zelfstandig naamwoord
- degene die een functie, ambt vervult
"een functionaris aanstellen/benoemen"
"de taken van de functionaris"
Hyperoniemen
Hyponiemen
functionaris
Zelfstandig naamwoord
- (hogere) ambtenaar in overheidsdienst
"Hij was de eerste hoge Amerikaanse functionaris die het land na de verkiezingen bezocht."
Voorbeeldzinnen
- tijdelijk functionaris,
- diploma motordrijver; VTS-functionaris,
- DE FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING
- contactgegevens van de bevoegde functionaris
- AFDELING II Verhuizing van de functionaris
- Naam en functie van de functionaris
- GTFA: gewezen tijdelijk functionaris of arbeidscontractant.
- De functionaris vult de volgende rubrieken in:
- Hoofdassistent-politiecommissaris, functionaris met bevel over Harare.
- een door de directeur aangewezen functionaris;
- functionaris belast met insolventiezaken („insolvency practitioner”);
- Assistent-politiecommissaris, verantwoordelijk functionaris district Zuid-Harare.
- Hoofdassistent-politiecommissaris, functionaris met bevel over Harare
- Bevoegdheden van de functionaris voor gegevensbescherming
- Naam en handtekening van de bevoegde functionaris: