Betekenis van:
functionaris

functionaris (de ~ | meervoud functionarissen)
Zelfstandig naamwoord
  • degene die een functie, ambt vervult
"een functionaris aanstellen/benoemen"
"de taken van de functionaris"

Hyperoniemen

Hyponiemen

functionaris
Zelfstandig naamwoord
  • (hogere) ambtenaar in overheidsdienst
"Hij was de eerste hoge Amerikaanse functionaris die het land na de verkiezingen bezocht."

Voorbeeldzinnen

  1. tijdelijk functionaris,
  2. diploma motordrijver; VTS-functionaris,
  3. DE FUNCTIONARIS VOOR GEGEVENSBESCHERMING
  4. contactgegevens van de bevoegde functionaris
  5. AFDELING II Verhuizing van de functionaris
  6. Naam en functie van de functionaris
  7. GTFA: gewezen tijdelijk functionaris of arbeidscontractant.
  8. De functionaris vult de volgende rubrieken in:
  9. Hoofdassistent-politiecommissaris, functionaris met bevel over Harare.
  10. een door de directeur aangewezen functionaris;
  11. functionaris belast met insolventiezaken („insolvency practitioner”);
  12. Assistent-politiecommissaris, verantwoordelijk functionaris district Zuid-Harare.
  13. Hoofdassistent-politiecommissaris, functionaris met bevel over Harare
  14. Bevoegdheden van de functionaris voor gegevensbescherming
  15. Naam en handtekening van de bevoegde functionaris: