Betekenis van:
fysiek

fysiek
Bijvoeglijk naamwoord
  • echt; voorkomend; feitelijk; eigenlijk; lichamelijk; werkelijk; als in de werkelijkheid; werkelijk
"fysiek gezond/sterk zijn"
"fysiek geweld"

Synoniemen

Hyperoniemen

fysiek
Bijvoeglijk naamwoord
  • 'betrekking hebbend op de stoffelijke natuur' of 'betrekking hebbend op de natuurlijke gesteldheid (van het lichaam)', 'lichamelijk'.
fysiek
Bijvoeglijk naamwoord
  • fysiek; lichamelijk; lichamelijk; lichamelijk

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Zijn geheugenverlies is meer een psychologisch dan een fysiek probleem.
  2. Fysiek
  3. beveiligd wanneer de overdracht fysiek plaatsvindt;
  4. fysiek geschikt zijn voor het uitvoeren van hun taken;
  5. Dit is voornamelijk een administratieve handeling die fysiek wordt verricht.
  6. Elke subpartij moet fysiek gescheiden zijn en identificeerbaar zijn.
  7. personen bij wie het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is.
  8. gezondheidstoestand, inclusief gezondheidsperceptie, fysiek en mentaal functioneren, beperkingen en handicaps,
  9. lokale aansluitverbindingen (met inbegrip van fysiek redundante bekabeling);
  10. Fysiek aanwezige voorraden worden ondergebracht in de eerste looptijdklasse.
  11. Dit lokaal moet fysiek gescheiden zijn van het bereidingslokaal.
  12. Kantoren, andere vertrekken en faciliteiten worden fysiek beveiligd.
  13. De kredietinstelling heeft het recht het goed fysiek te inspecteren.
  14. personen bij wie het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is.
  15. Geldverwerkers die eurobankbiljetten fysiek sorteren, verstrekken de gegevens.