Betekenis van:
fysiek
fysiek
Bijvoeglijk naamwoord
- echt; voorkomend; feitelijk; eigenlijk; lichamelijk; werkelijk; als in de werkelijkheid; werkelijk
"fysiek gezond/sterk zijn"
"fysiek geweld"
Synoniemen
Hyperoniemen
fysiek
Bijvoeglijk naamwoord
- 'betrekking hebbend op de stoffelijke natuur' of 'betrekking hebbend op de natuurlijke gesteldheid (van het lichaam)', 'lichamelijk'.
fysiek
Bijvoeglijk naamwoord
- fysiek; lichamelijk; lichamelijk; lichamelijk
Synoniemen
Voorbeeldzinnen
- Zijn geheugenverlies is meer een psychologisch dan een fysiek probleem.
- Fysiek
- beveiligd wanneer de overdracht fysiek plaatsvindt;
- fysiek geschikt zijn voor het uitvoeren van hun taken;
- Dit is voornamelijk een administratieve handeling die fysiek wordt verricht.
- Elke subpartij moet fysiek gescheiden zijn en identificeerbaar zijn.
- personen bij wie het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is.
- gezondheidstoestand, inclusief gezondheidsperceptie, fysiek en mentaal functioneren, beperkingen en handicaps,
- lokale aansluitverbindingen (met inbegrip van fysiek redundante bekabeling);
- Fysiek aanwezige voorraden worden ondergebracht in de eerste looptijdklasse.
- Dit lokaal moet fysiek gescheiden zijn van het bereidingslokaal.
- Kantoren, andere vertrekken en faciliteiten worden fysiek beveiligd.
- De kredietinstelling heeft het recht het goed fysiek te inspecteren.
- personen bij wie het nemen van vingerafdrukken fysiek onmogelijk is.
- Geldverwerkers die eurobankbiljetten fysiek sorteren, verstrekken de gegevens.