Betekenis van:
gashandel

gashandel
Zelfstandig naamwoord
  • regelaar v.d. gastoevoer

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De gashandel wordt volledig geopend.
  2. flexibele gashandel in hubs of bilateraal (ongeacht of het termijnhandel of ad-hochandel betreft);
  3. Wat het effect op de gashandel tussen lidstaten betreft, dient te worden opgemerkt dat Frankrijk slechts over kleine gasvoorraden beschikt en gas dus altijd grotendeels heeft ingevoerd.
  4. Ook wat gas betreft, dient te worden geconcludeerd dat de relevante geografische markt Groot-Brittannië is, in het licht van het feit dat door de British Office of Fair Trade wordt opgemerkt dat „de gashandel zich tot dit gebied beperkt: via de interconnector Bacton-Zeebrugge vindt weliswaar gashandel met continentaal Europa plaats, maar het gaat slechts om vrij beperkte hoeveelheden”.