Betekenis van:
gazon

gazon (het ~ | meervoud gazons)
Zelfstandig naamwoord
  • keurig grasperk
"het gazon maaien"
"een fraai/mooi gazonnetje"

Hyperoniemen

gazon
Zelfstandig naamwoord
  • onderhouden, kort gemaaid grasveld bij een huis
"Een gazon kan ingezaaid worden of er kunnen graszoden gelegd worden."

Voorbeeldzinnen

  1. Veld: aardappelen, bollen, boomkwekerijproducten, vruchten van rubussoorten, gazon, aardbeien en bosaanplant.
  2. Machines, toestellen en werktuigen voor het oogsten of voor het dorsen van landbouwproducten, stro- en veevoederpersen daaronder begrepen; gazon- en andere grasmaaimachines; machines voor het reinigen of sorteren van eieren, vruchten of andere landbouwproducten, andere dan die bedoeld bij post 8437