Betekenis van:
gebeuren
gebeuren
Werkwoord
- plaatshebben, werkelijkheid worden
"Wat is er gebeurd?"
gebeuren
Werkwoord
- onbedoeld plaatshebben, zich voordoen
"iets gebeurt"
"dat is me nog nooit gebeurd"
Synoniemen
Hyponiemen
gebeuren (het ~ | meervoud gebeurens)
Zelfstandig naamwoord
- publieke gebeurtenis
"een eenmalig/uniek gebeuren"
"het (ge)hele gebeuren"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Dat zal niet gebeuren.
- Zoiets kan in Japan niet gebeuren.
- Een aardbeving kan elk moment gebeuren.
- De meeste ongelukken gebeuren dicht bij huis.
- Niemand kon zeker weten wat er dan zou gebeuren.
- Je kunt waarschijnlijk wel raden wat er gaat gebeuren.
- Laten we eens kijken wat er kan gebeuren in het ergste geval.
- Dat is allemaal al eens eerder gebeurd, en het zal opnieuw gebeuren.
- Alle betalingen gebeuren in euro.
- Dit moet als volgt gebeuren:
- Dit zal meestal tijdens verscheidene sessies gebeuren.
- wisselkoersrisico’s (de verkooptransacties gebeuren in dollar);
- Dit kan op diverse manieren gebeuren.
- De administratieve controles gebeuren grondig en omvatten:
- Dit moet met het volgende bericht gebeuren: