Betekenis van:
geboren

geboren
Bijvoeglijk naamwoord
  • ter wereld gebracht of ontstaan
"zo iemand moet nog geboren worden"
"ergens geboren en getogen zijn"
geboren
Bijvoeglijk naamwoord
  • ter wereld gebracht, gebaard (gezegd over mensen of dieren)
"Ik ben in Brussel geboren."
geboren
Bijvoeglijk naamwoord
  • begonnen, ontstaan (overdrachtelijk)
"Deze oplossing is uit nood geboren."
geboren
Bijvoeglijk naamwoord
  • door herkomst of natuurlijke aanleg (een bepaalde eigenschap bezitten)
"Mevrouw De Vries, geboren Jansen."

Voorbeeldzinnen

  1. Waar is Tom geboren?
  2. Wanneer zijn jullie geboren?
  3. Waar is hij geboren?
  4. Waar ben je geboren?
  5. Ik ben in Amerika geboren.
  6. Tom is in Boston geboren.
  7. Ik ben geboren in Osaka.
  8. Zij waren geboren in Thailand.
  9. Ik ben geboren in Rusland.
  10. Ik ben in Kyoto geboren.
  11. Ik ben geboren in 1979.
  12. Onze baby is gezond geboren.
  13. Molière werd geboren in 1622.
  14. Hij is in Ohio geboren.
  15. Hij is een geboren kunstenaar.