Betekenis van:
gebruiker
gebruiker (de ~ | meervoud gebruikers)
Zelfstandig naamwoord
- iem. die iets bepaalds gebruikt
"nota aan de gebruikers van dit apparaat"
"aankomende/aanstaande gebruikers van iets"
Hyperoniemen
Hyponiemen
gebruiker (de ~ | meervoud gebruikers)
Zelfstandig naamwoord
- drugsgebruiker
"regelmatige gebruikers"
"occasionele gebruikers"
Hyperoniemen
gebruiker
Zelfstandig naamwoord
- iemand die iets gebruikt
"Hij is de gebruiker van dat voorwerp."
gebruiker
Zelfstandig naamwoord
- iemand die zich geregistreerd heeft en met enige regelmaat bijdragen levert aan één van de wikiprojecten
"Deze gebruiker is geblokkeerd."
Voorbeeldzinnen
- Importeur/gebruiker
- communautaire gebruiker
- Gebruiker (user)
- Authenticatie van de gebruiker
- Beoogde/niet-beoogde gebruiker
- Industriële gebruiker in de Gemeenschap
- Hoge positie van de gebruiker
- voor de gebruiker programmeerbare spreading-codes; of
- „Uitsluitend voor gebruik door professionele gebruiker”.
- Norm voor de voorlichting van de gebruiker
- de gebruiker die het project uitvoert;
- voor de gebruiker programmeerbare ’spreading’-codes, of
- Slechts één gebruiker was tot medewerking bereid.
- SO/IB/NVI/ERA/houder/Werkplaats/gebruiker
- de gebruiker (huurder) van het rollend materieel.