Betekenis van:
gedwongen

Werkwoord

Voorbeeldzinnen

1. Mijn baas was gedwongen ontslag te nemen.
2. Kate was gedwongen het boek te lezen.
3. Ik heb haar gedwongen piano te spelen.
4. Door geweld gedwongen
5. Tom werd gedwongen een radicale beslissing te maken.
6. Ik was gedwongen te stoppen met het plan.
7. Ze werden gedwongen hun huis tegen hun wil in te verlaten.
8. Gedwongen tenuitvoerlegging
9. Verificatie en gedwongen verzameling
10. (gedwongen) nietsdoen verdragen
11. Gerechtelijke of gedwongen vereffening
12. Gedwongen tenuitvoerlegging van de beslissing: O
13. het Verdrag betreffende gedwongen of verplichte arbeid (nr. 29);
14. Verdrag betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid (nr. 105)
15. Verdrag betreffende de gedwongen of verplichte arbeid (nr. 29)