Betekenis van:
geestelijke
geestelijke (de ~ | meervoud geestelijken)
Zelfstandig naamwoord
- iem. die een kerkelijke wijding heeft ontvangen en voor de kerk werkt
"anglicaanse/orthodoxe geestelijken"
"reguliere/seculiere geestelijken"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
geestelijke
Zelfstandig naamwoord
- iemand die voor een geloof werkt
"De man die we laatst in de kerk zagen, is een geestelijke."
Voorbeeldzinnen
- Je moet rekening houden met zijn geestelijke gesteldheid.
- Geestelijke gezondheid
- Geestelijke gezondheid.
- geestelijke gezondheid en psychiatrie
- Geestelijke gezondheid (bijlage — punt 2.2.1)
- De lichamelijke en geestelijke vermogens van de onderzochte persoon
- Invullen indien de betrokkene problemen heeft met zijn geestelijke gezondheid
- Wat geestelijke gezondheid betreft, zullen de volgende acties worden gesteund:
- Groenboek — De geestelijke gezondheid van de bevolking verbeteren.
- [22]:a) meer gegevens over de verschillende determinanten van geestelijke gezondheid in de EU-bevolking en internationale harmonisatie van indicatoren voor geestelijke gezondheid;
- In lijn met de algemene strategische aanpak van de geestelijke gezondheid [36], zoals ook weerspiegeld in het Europees pact voor geestelijke gezondheid en welzijn [37]:
- Bijdrage aan het mondiale onderzoek op het gebied van geestelijke gezondheid op grond van de bestaande geestelijke-gezondheidsonderzoeken van de EU.
- geestelijke gezondheid: studie „De kennisbasis voor de kosteneffectiviteit van investeringen in de bevordering van de geestelijke gezondheid en de preventie van psychische aandoeningen”;
- Er zal met name worden gekeken naar de geestelijke gezondheid in een levensloopperspectief.
- Verbetering van de geestelijke gezondheid en gezonder leven (bijlage – punt 2.2.1)