Betekenis van:
geheim
geheim
Bijvoeglijk naamwoord
- opzettelijk verborgen
geheim (het ~ | meervoud geheimen)
Zelfstandig naamwoord
- iets dat geheim is, dat verborgen gehouden wordt of moet blijven
"een publiek geheim"
"(geen) geheimen hebben voor iemand"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
geheim (het ~ | meervoud geheimen)
Zelfstandig naamwoord
- ondoorgrondelijk raadsel; moeilijk te doorgronden iets
"de geheimen der natuur"
Synoniemen
Hyperoniemen
geheim
Zelfstandig naamwoord
- informatie die verborgen wordt en bestemd is om dat te blijven
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Hou het alsjeblieft geheim.
- 't Is een geheim.
- 't Is een geheim.
- Tom vertelde me zijn geheim.
- Ze deelde het geheim niet met me.
- Ze vertelde me haar geheim niet.
- Ik denk dat het een geheim is.
- Hij besloot zijn plan geheim te houden.
- Hij verklapte het geheim aan haar toen er niemand meer was.
- Het FBI heeft de kamer van de misdadiger in het geheim van afluisterapparatuur voorzien.
- Geheim
- Geheim Vertraulich
- Zeer Geheim
- Oostenrijk Streng Geheim
- Er wordt geheim gestemd.