Betekenis van:
gekheid
gekheid (de ~ | meervoud gekheden)
Zelfstandig naamwoord
- dwaze daad of zaak; iets onzinnigs; onmogelijke opdracht; het gek of fanatiek zijn; dwaasheid; onzin, iets geks; onverstandige daad; iets doms
"geen gekheid kunnen verdragen"
"uitscheiden met de gekheid"
Synoniemen
- absurditeit
- gekkenwerk
- gekte
- idiotie
- idiotisme
- ineptie
- ongerijmdheid
- potsierlijkheid
- waanzin
- zotheid
- zotternij
- zottigheid
- dwaasheid
- onzin
Hyperoniemen
Hyponiemen
gekheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- het dom zijn
"wie gekheid zaait zal dwaasheid oogsten"
"van gekheid niet weten wat te doen"