Betekenis van:
geld
geld (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- algemeen betaalmiddel; geld
"met geld smijten"
"iets te gelde maken"
Synoniemen
Hyperoniemen
geld
Zelfstandig naamwoord
- een ruilmiddel dat gegarandeerd wordt door een land waarmee goederen en diensten kunnen worden gekocht
"Hij ging uit eten, maar toen hij moest betalen kwam hij erachter dat hij geen geld bij zich had."
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Geld lenen kost geld!
- Ik heb weinig geld.
- Hij heeft veel geld.
- Ik wil geen geld.
- Tom had geen geld.
- Hij wil het geld.
- Hoeveel geld heeft hij?
- Hij eiste veel geld.
- Verspil je geld niet.
- We hebben geld nodig.
- Geld regeert de wereld.
- Hij heeft geld nodig.
- Zij had geen geld.
- Geld maakt niet gelukkig.
- Zij heeft veel geld.