Betekenis van:
geldigheidsduur
geldigheidsduur (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- tijd dat iets geldig is
"met beperkte geldigheidsduur"
"binnen de geldigheidsduur van iets"
Hyperoniemen
Hyponiemen
geldigheidsduur
Zelfstandig naamwoord
- de periode waarin iets geldig is
"De geldigheidsduur van dit contract is één jaar."
Voorbeeldzinnen
- Geldigheidsduur
- GELDIGHEIDSDUUR:
- Geldigheidsduur
- Einde geldigheidsduur
- Geldigheidsduur van de regeling
- Toepassing, geldigheidsduur en herziening
- Geldigheidsduur van de verblijfstitel
- Geldigheidsduur verstreken op 12.10.1998
- Geldigheidsduur van de toestemming
- Geldigheidsduur van de invoercertificaten
- Inwerkingtreding en geldigheidsduur
- Geldigheidsduur van de verblijfskaart
- GELDIGHEIDSDUUR VAN DE KADERREGELING
- Geldigheidsduur van communautaire binnenvaartcertificaten
- de geldigheidsduur van het contract;