Betekenis van:
gemeenschappelijk

gemeenschappelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • gezamenlijk; met z'n allen; gemeenschappelijk; mbt. de EU
"een gemeenschappelijke keuken"
"in gemeenschappelijk overleg"

Synoniemen

gemeenschappelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • waar alle leden van een gemeenschap gebruik van kunnen maken
"Dit zijn de gemeenschappelijke douches."
gemeenschappelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • waar alle leden van een gemeenschap aan meedoen
"Dit is een gemeenschappelijk project."
gemeenschappelijk
Bijvoeglijk naamwoord
  • gerelateerd aan meer dan een entiteit
"Dat is een gemeenschappelijke vriend van hun."

Voorbeeldzinnen

  1. Het zwembad wordt gemeenschappelijk gebruikt door alle kinderen in de buurt.
  2. Gemeenschappelijk controlecomité
  3. Gemeenschappelijk leren
  4. Gemeenschappelijk onderzoek
  5. Gemeenschappelijk reisgebied
  6. Gemeenschappelijk optreden
  7. Gemeenschappelijk controleorgaan
  8. Gemeenschappelijk landbouwbeleid
  9. REGELINGEN VOOR GEMEENSCHAPPELIJK DOUANEVERVOER
  10. Communautaire invoervergunning — Gemeenschappelijk formulier
  11. Gemeenschappelijk project 1
  12. GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID
  13. COMMUNAUTAIR OF GEMEENSCHAPPELIJK DOUANEVERVOER
  14. gemeenschappelijk systeem voor bioveiligheidsmanagement”
  15. Gemeenschappelijk gefinancierde bijkomende kosten: