Betekenis van:
gemeente
gemeente (de ~ | meervoud gemeentes, gemeenten)
Zelfstandig naamwoord
- verzameling v.h. volk
"de spraakmakende gemeente"
Hyperoniemen
gemeente (de ~ | meervoud gemeentes, gemeenten)
Zelfstandig naamwoord
- bestuurlijke eenheid
"bij de gemeente werken"
"De gemeente beloofde de bewoners een inspraakavond."
Hyperoniemen
Hyponiemen
gemeente
Zelfstandig naamwoord
- bestuurlijke eenheid in een staat, onder bestuur van een raad, een burgemeester en wethouders of schepenen
"In zijn eigen gemeente is de burgemeester uitzonderlijk populair."
gemeente
Zelfstandig naamwoord
- de gezamenlijke gelovigen van een bepaald kerkgenootschap of in een bepaalde kerk bijeen
"De pastoor deed zijn uiterste best om aan de behoeften van zijn gemeente te voldoen."
gemeente (de ~ | meervoud gemeentes, gemeenten)
Zelfstandig naamwoord
- gezamenlijke gelovigen
"de gemeente begon een psalm te zingen"
"een hervormde/lutherse gemeente"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- gemeente:
- Gemeente:
- Gemeente: …
- Gemeente
- gemeente:
- Gemeente Częstochowa
- Gemeente Płoskinia:
- Gemeente Orneta:
- Gemeente Kolno
- gemeente Mochowo:
- Gemeente Schkeuditz
- Stad/gemeente
- Gemeente Szczecin
- Gemeente Gdańsk
- Gemeente Zawidz: