Betekenis van:
genoeg
genoeg
Tussenwerpsel
- stop!
"Genoeg daarmee!"
genoeg
Onbepaald voornaamwoord
- voldoende, in een hoeveelheid die niet te veel en niet te weinig is
"Zo is het wel genoeg thee."
Voorbeeldzinnen
- Genoeg is genoeg!
- Wij hebben genoeg tijd.
- Zo is het genoeg.
- Is dit genoeg geld?
- Vreemd genoeg faalde hij.
- Deze kamer is groot genoeg.
- Tom is niet snel genoeg.
- Hij had niet genoeg geld.
- Tom is niet oud genoeg.
- Ik heb genoeg van hem.
- Eén taal is nooit genoeg.
- Tom heeft niet genoeg vrienden.
- Je bent niet snel genoeg.
- Dat is genoeg voor vandaag.
- Zij is niet goed genoeg voor hem.