Betekenis van:
geopend

geopend
Bijvoeglijk naamwoord
  • open zijnde; niet dicht
"een geopende kist"
"geopend zijn voor publiek"

Synoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Waarmee hebt ge het geopend?
  2. Dit zwembad is geopend voor het publiek.
  3. De tentoonstelling blijft nog een maand geopend.
  4. Contingent geopend voor Slovenië
  5. GEOPEND PREFERENTIEEL TARIEFCONTINGENT
  6. geopend sleepnet (voor mobiel vistuig);
  7. Dat tariefcontingent moet worden geopend.
  8. Contingenten alleen geopend voor 2004.
  9. De gashandel wordt volledig geopend.
  10. Deze tariefcontingenten moeten geopend worden.
  11. Deze contingenten moeten worden geopend voor 2005.
  12. Dit contingent moet worden geopend voor 2007.
  13. Deze contingenten moeten worden geopend voor 2007.
  14. Dat contingent moet worden geopend voor 2005.
  15. Deze contingenten moeten worden geopend voor 2005.