Betekenis van:
gepast
gepast
Bijvoeglijk naamwoord
- fatsoenlijk
"met gepaste eerbied"
"een gepast antwoord"
gepast
Bijvoeglijk naamwoord
- netjes, fatsoenlijk; fatsoenlijk; zoals het hoort; zoals het hoort
Synoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Zijn toespraak was niet erg gepast voor de gelegenheid.
- De spreker reageert onmiddellijk, gepast en informatief.
- Daarom is een rechtstreekse vergelijking niet gepast.
- De spreker reageert veelal onmiddellijk, gepast en informatief.
- De spreker reageert soms onmiddellijk, gepast en informatief.
- indien gepast, biologische monitoring alsmede opsporing van de eerste en nog reversibele effecten.
- Om al deze redenen is het totale niveau van de steun gepast.
- Deze inventarissen dienen als basis voor een gepast programma aan maatregelen.
- Een periode die op 31 december 2011 verstrijkt, lijkt daartoe het meest gepast.
- Het is daarom gepast het Programma voor ondernemerschap en innovatie vast te stellen.
- Hij is gevoelig voor verbale en niet-verbale signalen en weet gepast op deze signalen te reageren.
- Als hulp om tot een gepast aantal scenario's te komen, bevatten deze richtsnoeren een tabel met typische scenario's (tabel 2).
- Voorts is het gepast de LPG-referentiebrandstof (autogas) aan te passen aan de gewijzigde situatie in de handel vanaf 2005.
- De Commissie acht dit echter niet gepast, omdat de cijfers van 2006 slechts ramingen voor het lopende boekjaar zijn.
- De lijst van functionarissen die immuniteit genieten inkorten, en alleen immuniteit geven in gevallen waar het echt gepast is.