Betekenis van:
gerei

gerei (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • wat nodig is om iets te doen; werktuig met een specifieke functie
"het gerei voor de keuken"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

gerei
Zelfstandig naamwoord
  • benodigheden voor een bepaalde taak
"Hij wilde zich scheren en haalde zijn gerei uit zijn tas."

Voorbeeldzinnen

  1. pyrotechnisch gerei (werkelijke of namaak);
  2. gebruik van pyrotechnisch gerei (werkelijke of namaak); en
  3. Alle voederbakken, ruiven, troggen en ander bij het voederen van de dieren gebruikt gerei dienen regelmatig schoongemaakt en zo nodig gesteriliseerd te worden.
  4. Alle voederbakken, ruiven, troggen en ander gerei gebruikt bij het voederen van de dieren moeten regelmatig worden schoongemaakt en zo nodig gesteriliseerd.