Betekenis van:
gericht
gericht
Zelfstandig naamwoord
- met een bepaalde richting
"gericht schieten"
gericht (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- het spreken van recht
"met iemand in het gericht treden/komen"
"het Jongste Gericht"
Synoniemen
Hyperoniemen
gericht
Bijvoeglijk naamwoord
- groot, nuttig effect hebbend
"gerichte maatregelen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- De opmerking was naar jou toe gericht.
- Gericht
- gericht
- gericht
- gericht 1,5 %
- gericht 100 %
- Voornamelijk gericht op [4]
- Maatregelen gericht op kostenbesparing
- Maatregelen gericht op kostenbesparing.
- (steekproef of gericht)
- Actief, gericht of passief
- Monsterneming (steekproef of gericht)
- Deze beschikking is gericht tot:
- Deze beschikking is gericht tot:
- Dit besluit is gericht tot: