Betekenis van:
geselen
geselen
Werkwoord
- tuchtigen
"hagel, stortbuien en windstoten geselden het kustplaatsje"
Synoniemen
Hyperoniemen
geselen
Werkwoord
- iemand met een zweep of gesel tuchtigen
"De gevangen werden genadeloos gegeseld."
geselen
Werkwoord
- vaak of langdurig pijn doen
Synoniemen
Hyperoniemen
gesel (de ~ | meervoud gesels, geselen)
Zelfstandig naamwoord
- zweep
"iemand straffen met een gesel"
Hyperoniemen
gesel (de ~ | meervoud gesels, geselen)
Zelfstandig naamwoord
- plaag; verschrikkelijke plaats; grote ramp; iets zeer vervelends; ellende
"de gesel Gods"
"de gesel van de razende wind"