Betekenis van:
getuigschrift
getuigschrift (het ~ | meervoud getuigschriften)
Zelfstandig naamwoord
- officieel bewijsstuk; referentie
"een getuigschrift uitreiken/ontvangen"
"een getuigschrift van goed zedelijk gedrag/goed gedrag en zeden"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Dit getuigschrift is geldig tot3.
- Instantie die het getuigschrift afgeeft3.1.
- Opleiding en getuigschrift van vakbekwaamheid
- Dit getuigschrift is geldig tot5.
- Getuigschrift van vakbekwaamheid voor bestuurders en verzorgers overeenkomstig artikel 17, lid 2
- Het getuigschrift van vakbekwaamheid moet aan de bevoegde autoriteit worden voorgelegd wanneer de dieren worden vervoerd.
- Een voor de voltooide praktische opleiding door de bevoegde instanties afgegeven getuigschrift
- Serienummer en nummer van het getuigschrift van aansluiting bij het nationale Litouwse socialezekerheidsstelsel: …
- Het getuigschrift wordt door de lidstaten en de instellingen van de Europese Unie erkend.
- Serienummer en nummer van het getuigschrift van aansluiting bij het nationale Litouwse socialezekerheidsstelsel:
- Zo ja, een kopie bijvoegen van het getuigschrift van de onderwijsinstelling.
- Serienummer en nummer van het getuigschrift van aansluiting bij het nationale Litouwse socialezekerheidsstelsel:
- Een kopie van het getuigschrift van de onderwijsinstelling bijvoegen voor de bovengenoemde kinderen (geadopteerde kinderen) – voltijdse studenten jonger dan 19.
- voor lid 2, onder f) en g), een door de bevoegde instantie van de betrokken lidstaat afgegeven getuigschrift.
- Aan deelnemers die een EVDA-cursus hebben gevolgd, wordt een door de SG/HV ondertekend getuigschrift afgegeven.