Betekenis van:
gevang
gevang (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- plaats voor gevangenen; (informeel) gevangenis; (informeel) gevangenis; gevangenis; ondergrondse ruimte; gevangenis; (informeel) gevangenis; (informeel) gevangenis; inrichting waar men als straf verblijft; gevangenis; (informeel) gevangenis; gevangenis; (informeel) gevangenis
"iemand in 't gevang smijten"
Synoniemen
- gevangenis
- bajes
- gevangenhuis
- kast
- kerker
- kot
- nor
- petoet
- rijkshotel
- strafgevangenis
- strafinrichting
- cachot
- bak
- pot
- lik