Betekenis van:
gewas

gewas (het ~ | meervoud gewassen)
Zelfstandig naamwoord
  • plant als behorende tot een bepaald soort
"een uitheems gewas"

Hyperoniemen

gewas
Zelfstandig naamwoord
  • dat wat aanwast op het veld, maar nog niet geoogst is
"Na voldoende regen en zonneschijn stonden de gewassen er goed bij."
gewas (het ~ | meervoud gewassen)
Zelfstandig naamwoord
  • het gewas dat binnengehaald moet worden of binnengehaald is
"het gewas staat er goed bij"
"(groenten/fruit) van eigen gewas"

Synoniemen

Hyperoniemen

gewas (het ~ | meervoud gewassen)
Zelfstandig naamwoord
  • vegetatie
"laag gewas"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

gewas
Zelfstandig naamwoord
  • het onderstuk, de wortel van een gewei

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. GEWAS
  2. Gewas
  3. Meerjarig gewas
  4. Type gewas
  5. [2]Gewas
  6. [1]Gewas
  7. Gewas/kenmerk(en): …
  8. VOORWAARDEN WAARAAN HET GEWAS MOET VOLDOEN
  9. Vergunningsvoorschriften voor als gewas geteelde instandhoudingsmengsels
  10. VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT HET GEWAS
  11. de keuze van het gewas of de cultivar,
  12. de ontwikkelingsfase van het gewas en van het organisme,
  13. de oogstmethode: rechtstreeks geoogst of als gewas geteeld;
  14. Het gewas moet voldoende rasecht en raszuiver zijn; een gewas van een ingeteelde stam moet voldoende echt en zuiver zijn met betrekking tot zijn eigenschappen.
  15. De stof mag alleen worden toegelaten als elicitor van het zelfverdedigingsmechanisme van het gewas.