Betekenis van:
geweer

geweer (het ~ | meervoud geweren)
Zelfstandig naamwoord
  • vuurwapen; geweer
"het geweer laden"
"een automatisch geweer"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

geweer
Zelfstandig naamwoord
  • een draagbaar vuurwapen die met twee handen bediend dient te worden
"Laat het geweer nu vallen!"

Voorbeeldzinnen

  1. Heeft Tom altijd een geweer bij zich?
  2. Afschot met passend geweer of pistool en passende munitie
  3. Twee van de drie medewerkende gebruikers kwamen tegen deze bevinding in het geweer, maar zij voerden hiervoor geen bewijs aan.