Betekenis van:
gezamenlijk
gezamenlijk
Bijvoeglijk naamwoord
- samen
"gezamenlijk reizen"
"voor gezamenlijke rekening"
Hyperoniemen
gezamenlijk
Bijvoeglijk naamwoord
- gezamenlijk; met z'n allen; gemeenschappelijk; mbt. de EU
Synoniemen
Voorbeeldzinnen
- Iedereen kan een verschil maken in zijn eigen leven en daarmee gezamenlijk de wereld een betere plaats maken voor zichzelf en anderen om zich heen.
- gezamenlijk
- Gezamenlijk optreden
- Gezamenlijk verslag
- Gezamenlijk marktaandeel
- Gezamenlijk toezicht
- Gezamenlijk optreden
- waarvan hoofdelijk en gezamenlijk
- gezamenlijk operationeel comité.
- Gezamenlijk gebruik van gegevens
- In elk gezamenlijk inzetplan:
- waarvan hoofdelijk en gezamenlijk met
- Gezamenlijk beheer met internationale organisaties
- het ondersteunen van gezamenlijk optreden;
- hierna gezamenlijk „de partijen” genoemd,