Betekenis van:
gezindheid

gezindheid (de ~ | meervoud gezindheden)
Zelfstandig naamwoord
  • vaststaande mening omtrent iets
"vaderlandse/democratische/vijandige gezindheid"
"hieruit bleek hun vijandige gezindheid"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. De leden kunnen fracties oprichten naar politieke gezindheid.
  2. De leden en de plaatsvervangers van het Comité van de Regio's kunnen fracties vormen die overeenkomen met hun politieke gezindheid.
  3. Een belangenconflict doet zich voor wanneer de onpartijdige en objectieve uitoefening van de functies van de in lid 1 bedoelde financiële actor of andere persoon in gevaar wordt gebracht als gevolg van familiebanden, vriendschap, politieke gezindheid of nationaliteit, economische belangen of elke andere eventuele belangengemeenschap met de begunstigde.
  4. Er is sprake van een belangenconflict indien de onpartijdige en objectieve uitoefening van de functies van een met de uitvoering van de begroting belaste financiële actor of van een interne controleur in het gedrang komt als gevolg van familiebanden, vriendschap, politieke gezindheid of nationaliteit, economische belangen of enige andere belangengemeenschap met de begunstigde.
  5. Een belangenconflict doet zich voor wanneer de onpartijdige en objectieve uitoefening van de functies van de in lid 1 bedoelde financiële actor of andere persoon in gevaar wordt gebracht als gevolg van familiebanden, vriendschap, politieke gezindheid of nationaliteit, economische belangen of elke andere eventuele belangengemeenschap met de begunstigde.”;