Betekenis van:
gezwel
gezwel
Zelfstandig naamwoord
- een onnatuurlijke verdikking in het weefsel
"Gelukkig is dit gezwel niet kwaadaardig."
gezwel (het ~ | meervoud gezwellen)
Zelfstandig naamwoord
- verdikking onder de huid; plaatselijke zwelling
"een gezwel aan een oog"