Betekenis van:
gigantisch
gigantisch
Bijvoeglijk naamwoord
- uizonderlijke groot
"Er kwam een gigantische vloedgolf die alles wegspoelde."
gigantisch
Bijvoeglijk naamwoord
- reusachtig; enorm; enorm; geweldig; gigantisch; geweldig; geweldig
"gigantisch mislukken"
"een gigantische rotzooi/klus"