Betekenis van:
gispen

gispen
Werkwoord
  • ''overdrachtelijk'' iemand scherp bekritiseren, fel uithalen naar iemand
""Dat is de slechtste oplossing die ik ooit heb horen verkondigen" gispte zij."
gispen
Werkwoord
  • scherp bekritiseren; je afkeuring uiten; afkeuren; slecht beoordelen

Synoniemen

Hyperoniemen

gispen
Werkwoord
  • iemand met een gisp, een dunne roede of smalle riem slaan