Betekenis van:
glanzen
glanzen
Werkwoord
- in zekere mate licht weerspiegelen of voortbrengen
"De worstelaars wreven zich in met olie tot zij glansden."
glans (de ~ | meervoud glansen, glanzen)
Zelfstandig naamwoord
- lichtweerspiegeling
"een gouden/doffe glans"
"zijn glans verliezen"
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- het doppen, het geheel of gedeeltelijk bleken, het polijsten of glanzen van granen en rijst;
- Een baan wordt als vochtig beschouwd als het oppervlak niet droog is, maar niet zo vochtig is dat het gaat glanzen.