Betekenis van:
gleuf
gleuf
Zelfstandig naamwoord
- een langgerekte opening of inkeping in iets
"Je moet nog een euro in de gleuf stoppen."
gleuf (de ~ | meervoud gleuven)
Zelfstandig naamwoord
- greppeltje; geul
"een gleuf graven"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
gleuf (de ~ | meervoud gleuven)
Zelfstandig naamwoord
- vrouwelijk geslachtsdeel; (vulgair) vagina; vagina; (vulgair) vagina; schaamspleet; vagina; buisvormig deel van de vrouwelijke geslachtsorganen bij mensen en hogere dieren, dat toegang verleent tot de baarmoeder; zwak iemand; vagina
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- met gleuf of kruisgleuf
- Boor met lange gleuf of met een in vakken ingedeelde gleuf.
- Figuur 9 — Bus met gleuf voor trekogen van klasse D50
- Andere schroeven en bouten met kop met gleuf of kruisgleuf
- de hartlijn van de gleuf loodrecht staat op de hartlijn van de wagen;
- Schroeven en bouten met kop, met gleuf of kruisgleuf, van roestvrij staal
- Figuur 10 — Bus zonder gleuf voor trekogen van klasse D50-C
- Trekogen van de klassen D50-C en D50-D moeten voorzien zijn van de in figuur 10 afgebeelde bussen zonder gleuf.