Betekenis van:
goedaardigheid
goedaardigheid
Zelfstandig naamwoord
- het goedaardig zijn
"De goedaardigheid van zijn karakter."
goedaardigheid (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- het vriendelijk, attent zijn; vriendelijkheid
"Hij maakte misbruik van haar goedaardigheid."
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
goedaardigheid (de ~)
Bijvoeglijk naamwoord
- onschadelijkheid
"Gezien de goedaardigheid van de kankergezwellen besloot de arts niet te opereren."