Betekenis van:
goedendag
goedendag
Tussenwerpsel
- een groet waarbij men iemand toewenst dat de dag goed zal wezen
""Goedendag" zei hij wat stijfjes en nam plaats in de treincoupé."
goedendag (de ~ | meervoud goedendags)
Zelfstandig naamwoord
- middeleeuws slagwapen
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Goedendag, waarmee kan ik u van dienst zijn?
- Waarom zegt men "Goedendag" wanneer de dag niet goed is?