Betekenis van:
goedkeuren
goedkeuren
Werkwoord
- toestemming verlenen
"Vader keurde het goed dat ik met die jongen naar de film ging."
goedkeuren
Werkwoord
- goedkeuren; akkoord gaan; toestaan; na keuring in orde bevinden
"een voetbalveld goedkeuren"
"iemand goedkeuren voor de militaire dienst"
Synoniemen
- fiatteren
- goedvinden
- sanctioneren
- het eens zijn
- overeenstemmen
- samengaan
- accorderen
- stroken
- bijeenpassen
- rijmen
- kloppen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Goedkeuren van verbeterde handelswetgeving.
- De politiewet goedkeuren.
- Goedkeuren van de wet inzake fytosanitaire aangelegenheden.
- Een wet inzake elektronische handtekeningen goedkeuren.
- In Servië: Goedkeuren van wetgeving inzake statistieken.
- Het nieuwe Wetboek van koophandel goedkeuren.
- Goedkeuren en implementeren van een afvalbeheersplan.
- de beveiligingsbijlagen bij industriële overeenkomsten goedkeuren;
- De autoriteit kan dergelijke vluchten goedkeuren volgens onderstaande criteria.
- Zorgen voor voortdurende voortgang bij het goedkeuren van Europese normen.
- het goedkeuren van de organisatorische basisstructuur van de gemeenschappelijke onderneming;
- Goedkeuren van passende wetgeving inzake de financiering van politieke partijen.
- Een nationaal plan voor afvalverwerking goedkeuren en toepassen.
- Goedkeuren en uitvoeren van een strategie voor geïntegreerd grensbeheer.
- Goedkeuren van de wet inzake de hogere instantie voor auditing.