Betekenis van:
golf
golf (de ~ | meervoud golven)
Zelfstandig naamwoord
- elektromagnetische evenwichtsverstoring
"[korte] golf"
Hyperoniemen
Hyponiemen
golf (de ~ | meervoud golven)
Zelfstandig naamwoord
- fysische trilling
"akoestische/elektrische golven"
"de golven van het licht"
Hyperoniemen
Hyponiemen
golf (het ~)
Zelfstandig naamwoord
- sport met een balletje
"golf spelen"
Hyperoniemen
Hyponiemen
golf
Zelfstandig naamwoord
- een meestal door de wind veroorzaakte opwaartse verstoring van de waterspiegel
"In een modern zwembad slaan de golven over de rand heen, zodat ze niet weerkaatsen tegen de wand."
golf
Zelfstandig naamwoord
- een plotse tijdelijke toename van een verschijnsel
"In de derde feministische golf wordt gestreden voor gelijk loon voor gelijk werk."
golf
Zelfstandig naamwoord
- een grote baai
"De Golf van Biskaje is een grote baai."
golf
Zelfstandig naamwoord
- een natuurkundige verstoring die zich voortplant via een medium als water of lucht
golf
Zelfstandig naamwoord
- spelwoord van het ITU/NAVO-spellingalfabet voor de letter g
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Zijn vader speelt geen golf.
- Hij speelt elke zondag golf.
- Ik ben gek op golf.
- Hij is golf aan het spelen.
- Ik ben een grote fan van golf.
- Je speelt geen golf, of wel?
- Mijn vader speelt golf, maar niet goed.
- Is dat jouw favoriete golf club?
- De Mississippirivier mondt uit in de Golf van Mexico.
- Men zegt dat golf heel populair is in Japan.
- Men zegt dat golf erg populair is in Japan.
- Getijden-, golf- en oceaanenergie
- Saudi-Arabië: Perzische Golf
- Golf van Biskaje Noord
- Het Open Golf Championship (*)