Betekenis van:
gom
gom (de/het ~ | meervoud gommen)
Zelfstandig naamwoord
- wisblokje voor potloodlijnen
"het gommetje aan het eind van een potlood"
Hyperoniemen
gom
Zelfstandig naamwoord
- een gum
"Met een gom krijg je die streep nog best weg."
gom
Zelfstandig naamwoord
- een kleverige vloeistof die wordt gemaakt van het sap van bomen
"Zorg dat je die gom niet aan je handen krijgt."
gom
Zelfstandig naamwoord
- vlakgom; vlakgom; substantie om potlood te verwijderen
Synoniemen
Hyperoniemen
GOM (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Ik kauwde de gom.
- Arabische gom
- Gom sterculia
- Arabische gom
- Sclerotium rolfssii gom
- Karaya, gom karaya
- E 414 ARABISCHE GOM
- Gebruik van arabische gom
- zwavel en Arabische gom
- guar-gom, 2-hydroxypropylether, gedepolymeriseerd
- De gom heeft een duidelijke azijngeur
- gom- en geleiproducten, vruchtenpasta's toebereid als suikergoed daaronder begrepen
- Gom- en geleiproducten, inclusief vruchtenpasta's toebereid als suikergoed
- Gom- en geleiproducten, inclusief vruchtenpasta's toebereid als suikergoed
- gom- en geleiproducten, vruchtenpasta's toebereid als suikergoed daaronder begrepen