Betekenis van:
goud

goud (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • gouden eremetaal
"goud behalen"

Hyperoniemen

goud (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • geelblinkend edelmetaal
"een hart van goud hebben"
"voor geen goud"

Hyperoniemen

Hyponiemen

goud
Zelfstandig naamwoord
  • een edelmetaal met atoomnummer 79 dat wordt aangegeven met het symbool Au, het is een geel metalliek overgangsmetaal
goud
Zelfstandig naamwoord
  • waardbasis in de economie
goud
Zelfstandig naamwoord
  • elementaire kleur zoals v.d. zon; gele kleur

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

goud
Bijvoeglijk naamwoord
  • gouden; van goud

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Goud roest niet.
  2. Voor geen goud!
  3. Goud is zwaarder dan zilver.
  4. Wat is zwaarder, lood of goud?
  5. Goud is veel zwaarder dan water.
  6. Spreken is zilver, zwijgen is goud.
  7. Morgenstond heeft goud in de mond.
  8. Goud is macht
  9. Het is niet alles goud wat er blinkt.
  10. Spreken is zilver, zwijgen is goud
  11. Gerechtigheid is meer waard dan al het goud
  12. goud.
  13. Goud
  14. goud
  15. Monetair goud