Betekenis van:
gouverneur

gouverneur
Zelfstandig naamwoord
  • het hoofd van een regering, van een kolonie, staat of andere subnationale staatseenheid
"De gouverneur kreeg het voorstel er niet doorheen."
gouverneur (de ~ | meervoud gouverneurs)
Zelfstandig naamwoord
  • hoofd v.e. lokaal bestuur
"de gouverneur van Limburg"
"de gouverneur van de kolonie"

Hyperoniemen

Hyponiemen

gouverneur
Zelfstandig naamwoord
  • het hoofd van een organisatie of instelling
"De gouverneur van de centrale bank had de rente verlaagd."
gouverneur (de ~ | meervoud gouverneurs)
Zelfstandig naamwoord
  • bestuurder van een land, voor en namens de soeverein
"Albrecht was de gouverneur over de Spaanse Nederlanden"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Rockefeller was gouverneur van New York.
  2. Gouverneur van Mamou
  3. Gouverneur van Conakry
  4. Gouverneur van de Centrale Bank
  5. Gouverneur van de provincie Manicaland
  6. Gouverneur van de provincie Mazowsze
  7. Gouverneur van de Centrale Bank
  8. Gouverneur van de provincie Centraal-Mashonaland.
  9. Chigudu, Tinaye Gouverneur van de provincie Manicaland
  10. Gouverneur van de provincie Midlands, geboren 7.7.1931.
  11. Titel, functie regionaal gouverneur van Andizjan
  12. Mathema, Cain Gouverneur van de provincie Bulawayo
  13. Gouverneur van de Centrale Bank van Myanmar
  14. Gouverneur van de provincie West-Mashonaland.
  15. Masawi, Eprahim Sango Gouverneur van de provincie Centraal-Mashonaland