Betekenis van:
graan
graan
Zelfstandig naamwoord
- verzamelnaam voor eenzaadlobbige grassoorten
graan
Zelfstandig naamwoord
- het zaad van graan
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Betaling van het graan
- Kwaliteit van het graan
- Kleur van het graan
- Oorsprong van het graan
- mg/kg graan
- Graan, meel, grutten en gries
- Vergunning voor het vervoer van graan.
- Producten voor menselijke consumptie van graan
- pindakaas; mengsels op basis van graan; palmharten; maïs
- het land van oorsprong van het in te voeren graan;
- Machines voor de meelindustrie of de behandeling van graan, ..., n.e.g.
- Oogst het graan zo mogelijk bij het juiste vochtgehalte.
- het land van oorsprong van het in te voeren graan.
- Houd zo mogelijk partijen graan die een sterke Fusarium-infectie hebben of kunnen hebben, zoals graan dat heeft platgelegen, afgescheiden.
- Indien het graan is behandeld na een periode van vochtige opslag, garandeert het gebruik van het conserveermiddel niet dat het graan onbesmet is.