Betekenis van:
gradenboog

gradenboog
Zelfstandig naamwoord
  • een instrument waarmee een hoek van een gekende grote uitgezet of gemeten kan worden
"In het middelbaar onderwijs is een gradenboog een bekende toerusting."

Voorbeeldzinnen

  1. Gradenboog voethoek
  2. Gradenboog kniehoek
  3. Gradenboog heuphoek
  4. Gradenboog voethoek
  5. Gradenboog rughoek
  6. Gradenboog kniehoek
  7. Op de in het H-punt scharnierende peilstift wordt een gradenboog bevestigd om de werkelijke bovenlichaamshoek te meten.
  8. Een aan het zitdeel bevestigde verstelbare dijstaaf vormt de middellijn van de dijen en de basislijn voor de gradenboog van het heupgewricht.
  9. Oefen een kracht van 100 ± 10 N uit op rug- en zitdeel van de 3-D H-machine op het snijpunt van de gradenboog van het heupgewricht en de geleiding voor de T-staaf.
  10. Oefen een kracht van 100 ± 10 N uit op rug- en zitdeel van de 3-D H-machine op het snijpunt van de gradenboog van het heupgewricht en de geleiding voor de T-staaf.
  11. op de rughoekstaaf wordt ongeveer ter hoogte van het middelpunt van de rompgewichten herhaaldelijk een horizontaal naar achteren gerichte kracht van niet meer dan 25 N uitgeoefend tot de gradenboog van het heupgewricht aangeeft dat het toestel na het wegvallen van de kracht stabiel blijft.