Betekenis van:
grammatica
grammatica (de ~ | meervoud grammatica's)
Zelfstandig naamwoord
- geheel van regels v.e. taal; systeem van woord- en zinsvorming
"generatieve grammatica"
"functionele grammatica"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
grammatica (de ~ | meervoud grammatica's)
Zelfstandig naamwoord
- boek met taalregels
"een [Griekse] grammatica"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
grammatica
Zelfstandig naamwoord
- een systeem van regels en principes voor het schrijven en spreken van een taal
Voorbeeldzinnen
- Je grammatica is beter dan je adem!
- Competentie in een vreemde taal vereist kennis van de woordenschat en functionele grammatica en van de belangrijkste soorten verbale interactie en taalregisters.
- Om in de moedertaal te communiceren moet iemand kennis hebben van de woordenschat, de functionele grammatica en de functies van taal.