Betekenis van:
gramstorig
gramstorig
Bijvoeglijk naamwoord
- geprikkeld; boos; ontstemd; kregel; geprikkeld; geprikkeld; kregel; geïrriteerd; geprikkeld; geprikkeld
Synoniemen
- geïrriteerd
- verstoord
- gecrispeerd
- geprikkeld
- ibbel
- iebel
- korzelig
- kregel
- kregelig
- kribbig
- kriegel
- kriegelig
- wrevelig
- kriebelig
- verbitterd