Betekenis van:
granaat

granaat (de ~ | meervoud granaten)
Zelfstandig naamwoord
  • ontplofbaar projectiel
"duizend bommen en granaten"
"een granaat gooien"

Hyperoniemen

granaat (de ~ | meervoud granaten)
Zelfstandig naamwoord
  • rode edelsteen
"een ring bezet met saffieren, granaten en robijnen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

granaat
Zelfstandig naamwoord
  • een met springlading gevuld projectiel
"Er werd zelfs door de demonstranten met granaten gegooid."
granaat (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • delfstof in verschillende kleuren

Hyperoniemen

Hyponiemen

granaat (de ~ | meervoud granaten)
Zelfstandig naamwoord
  • bepaalde plantensoort

Synoniemen

Hyperoniemen

granaat (de ~ | meervoud granaten)
Zelfstandig naamwoord
  • vrucht v.d. granaatappelboom; vrucht met donkerrode zaadjes

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Het binnenste van een granaat is tamelijk groot.
  2. Yttrium-aluminium-granaat (YAG)-staven
  3. amaril, natuurlijk korund, natuurlijk granaat en andere natuurlijke schuur-, slijp- en polijstmiddelen
  4. Puimsteen; amaril; natuurlijk korund, natuurlijk granaat en andere natuurlijke schuur-, slijp- en polijstmiddelen, ook indien zij een warmtebehandeling hebben ondergaan
  5. Industriediamant, onbewerkt of enkel gezaagd, gekloofd of ruw gesneden; puimsteen; amaril; natuurlijk korund, natuurlijk granaat en andere natuurlijke schuur-, slijp- en polijstmiddelen