Betekenis van:
grappig
grappig
Bijvoeglijk naamwoord
- grappig, amusant
"een grappige opmerking/film"
Synoniemen
Hyperoniemen
grappig
Bijvoeglijk naamwoord
- de lust tot (glim-) lachen opwekkend
"Het kind lacht om de grappige clown."
Voorbeeldzinnen
- Dit is niet grappig.
- Dit is niet grappig.
- Je bent een grappig meisje.
- De clown trok een grappig gezicht.
- Zijn hoed zag er heel grappig uit.
- Hij is grappig
- I snap echt niet wat er zo grappig is.
- Alles is grappig, zolang het met iemand anders gebeurt.
- Het was een waar genoegen de avond met een slim, grappig en mooi meisje als jou door te brengen.