Betekenis van:
grenzen

grenzen
Werkwoord
  • ''~ aan'' als aansluitende buur hebben
"Luxemburg grenst aan België, Frankrijk en Duitsland."
grenzen
Werkwoord
  • dichtbij komen

Synoniemen

Hyperoniemen

grens (de ~ | meervoud grenzen)
Zelfstandig naamwoord
  • geografische scheidingslijn
"tot ver buiten de grenzen"
"over de grenzen kijken"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

grens (de ~ | meervoud grenzen)
Zelfstandig naamwoord
  • limiet
"geen grenzen kennen"
"(zijn) grenzen verleggen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

grens (de ~ | meervoud grenzen)
Zelfstandig naamwoord
  • helper van de scheidsrechter die o.a. moet uitmaken of een bal een zij- of doellijn passeert

Synoniemen

Hyperoniemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Liefde kent geen grenzen.
  2. De Verenigde Staten grenzen aan Canada.
  3. De waarheid ligt in het midden van een heelal waarvan niemand de grenzen kent.
  4. Er is maat in de dingen, er zijn tenslotte zekere grenzen
  5. GRENZEN
  6. Financiële grenzen
  7. Grenzen (boundaries)
  8. Grenzen van de zwaartepuntsligging
  9. GRENZEN VOOR EINDSTATIONS
  10. GRENZEN EN VOLLEDIGHEID
  11. grenzen van de voorruit
  12. Grenzen in euro's
  13. Grenzen in procenten
  14. Gebied van Israël binnen de volgende grenzen:
  15. Gebied van Israël buiten de volgende grenzen: