Betekenis van:
gril

gril (de ~ | meervoud grillen)
Zelfstandig naamwoord
  • plotse bevlieging; opwelling; platte mop; onvoorspelbaar gedrag; plotseling opkomende onberedeneerde gedachte; gril; gekke kuren
"een voorbijgaande gril"
"aprilse grillen"

Synoniemen

Hyperoniemen

gril
Zelfstandig naamwoord
  • een onwillekeurige rilling, vooral veroorzaakt door afschuw
"Ze kon bij die aanblik haar grillen nauwelijks de baas blijven."
gril
Zelfstandig naamwoord
  • / onredelijk en willekeurig gedrag
"Ik heb genoeg van je grillen en kuren."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Spółdzielnia Producentów Drobiu „Eko-Gril” w Sokółce