Betekenis van:
groene
groene (de ~ | meervoud groenen)
Zelfstandig naamwoord
- aanhanger v.d. groene partij
"de groenen stemden tegen"
Hyperoniemen
groene (de ~ | meervoud groenen)
Zelfstandig naamwoord
- iem. die onervaren is
"op dat gebied is hij nog een groene"
Synoniemen
Hyperoniemen
groene
Bijvoeglijk naamwoord
- van groen
Voorbeeldzinnen
- Hij heeft groene ogen.
- Ze heeft groene ogen.
- Kleurloze groene ideeën slapen woedend.
- Het is mogelijk groene bonen rauw te eten.
- Ze droeg een groene jas met een bijpassend minirokje.
- In de herfst worden deze groene bladeren rood.
- Druk op de groene knop. Als je dat doet, gaat het lampje branden.
- Groene
- Groene kardinaal
- Groene tijgergarnaal
- Groene thee
- Groene arassari
- Groene bonen
- Soort groene zuidpoolkabeljauw
- Plantaardige oliën/groene-muntolie