Betekenis van:
groeten

groeten
Werkwoord
  • goedendag zeggen
"ja, gegroet!"
"het volk groeten"

Hyperoniemen

Hyponiemen

groeten
Werkwoord
  • een wens tot iemand of iets richten of met een gebaar beleefdheid tonen
"Hij groette mij direct toen ik zijn huis binnenkwam."
groet (de ~ | meervoud groeten)
Zelfstandig naamwoord
  • betuiging van beleefdheid, vriendschap of eerbied door woord of gebaar van personen die elkaar ontmoeten of uit elkaar gaan
"de groetjes/groeten!"
"de groeten thuis"

Hyperoniemen

Hyponiemen

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Doe de groeten aan Judy.
  2. Doe haar de groeten van me.
  3. Doe de groeten aan mevrouw Andreescu!
  4. Doe je ouders de groeten van me.
  5. Doe de groeten aan je vader.
  6. Doe alstublieft uw vrouw de groeten voor me.
  7. Sinds die dag zal hij me nooit meer groeten.
  8. En als je Tom ziet, doe hem dan de groeten van me.
  9. Als jullie de Popescu's ziet, doe ze dan alsjeblieft de groeten van ons.
  10. Doe haar de groeten als je haar ziet op het feest.
  11. Doe Thomas de groeten van mij
  12. Zij die sterven gaan, groeten u
  13. Zij die zich gaan verrijken, groeten u