Betekenis van:
grootje
grootje (het ~ | meervoud grootjes)
Zelfstandig naamwoord
- moeder van vader of moeder; moeder van vader of moeder; moeder van je vader of moeder; moeder van je vader of moeder
"iets naar zijn grootje helpen"
"maak dat je grootje wijs"
Synoniemen
Hyperoniemen
grootje
Zelfstandig naamwoord
- ''(fam.)'': grootmoeder.